- Sneeuwkettingen moeten worden gebruikt op besneeuwde of gladde wegen om de grip en stabiliteit van het voertuig te verbeteren.
- Het is belangrijk om te controleren of het gebruik van sneeuwkettingen is toegestaan op de weg waarop je rijdt. In sommige landen zijn ze verplicht in bepaalde weersomstandigheden.
Hoe moet je sneeuwkettingen omdoen?
- Kies de juiste maat sneeuwkettingen voor de banden van je voertuig. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant voor specifieke aanwijzingen.
- Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond en trek de handrem aan.
- Haal de sneeuwkettingen uit de verpakking en leg ze uit op de grond, zodat je de instructies kunt lezen.
- Zoek naar het teken op de band van je auto dat aangeeft waar de sneeuwkettingen moeten worden geplaatst.
- Plaats de sneeuwkettingen om de banden volgens de instructies van de fabrikant. Begin bij de aandrijfwielen van de auto.
- Houd de kettingen vast en rijd langzaam een paar meter naar voren om de kettingen te spannen.
- Stop en controleer of de kettingen correct zijn aangebracht. Span de kettingen aan als dat nodig is.
- Herhaal stap 5 tot 7 voor de andere banden van de auto.
- Rijd langzaam weg en pas je snelheid en rijgedrag aan de weersomstandigheden aan.
- Controleer regelmatig of de sneeuwkettingen nog stevig vastzitten en span ze aan indien nodig.
Het is belangrijk om te weten dat sneeuwkettingen alleen bedoeld zijn voor gebruik op besneeuwde of gladde wegen. Verwijder de kettingen zodra de weg weer veilig begaanbaar is. Het rijden met sneeuwkettingen op een droge weg kan de banden beschadigen en het rijgedrag van de auto beïnvloeden.
Geef een reactie